Arnhem overzee: koloniale activiteiten wereldwijd
Arnhem lijkt misschien een kleine rol te hebben gespeeld in de koloniale handel en slavernij, maar al vanaf 1600 reisden Arnhemmers de wereld over. Sommigen werkten voor de VOC of WIC. Ze voeren met zeilschepen naar Afrika, Azië en de Amerika’s. Daar verdienden ze veel geld als koloniale bestuurder of plantage-eigenaar.
Nederland bouwde dit wereldwijde koloniale handelsnetwerk op tussen de 17e en 19e eeuw. Goederen én mensen werden verhandeld. Miljoenen mensen werden tot slaafgemaakt en uitgebuit— in Afrika gevangen, in Suriname te werk gesteld, en in Azië verhandeld. En uiteindelijk zijn hun verhalen in Nederland vaak genegeerd in de geschiedenisboeken of vergeten.
Slavernij in de Cariben en Azië Slavernij speelde zich niet alleen af op plantages in de Cariben, zoals in Suriname. Ook in Azië was het systeem wijdverspreid. Tot ver in de 18e eeuw was de slavernij onder de VOC in Azië zelfs grootser dan in het Atlantisch gebied.
Zo kochten VOC-functionarissen mensen voor de handel. Bijvoorbeeld om tot slaafgemaakte Afrikanen naar Indonesië te verschepen. In koloniale steden als Batavia (Indonesië), Colombo (Sri Lanka) en Galle werkte een groot deel van de bevolking als tot slaafgemaakte. Hun arbeid hield het koloniale systeem draaiende.
Arnhem en de Trans-Atlantische slavenhandel Ook veel hooggeplaatste Arnhemmers waren actief binnen de West-Indische Compagnie (WIC), die vanaf 1621 het monopolie kreeg op de slavenhandel over de Atlantische Oceaan. Die handel vormde het beruchte ‘middenstuk’ van de handelsroute tussen Europa, Afrika en Amerika. Een route die voor de tot slaafgemaakte Afrikanen slechts bestond uit een enkele reis naar slavernij op een onbekend nieuw continent.
Altijd volle laadruimten Schepen vertrokken uit Nederlandse havens met handelswaar zoals textiel, koper en wapens. Aan de West-Afrikaanse kust werden daarmee mensen gekocht: mannen, vrouwen en kinderen. Onder slechte omstandigheden werden zij vervoerd naar de Amerika’s. Velen overleefden de overtocht niet.
In de koloniën werden zij opnieuw verkocht. De schepen keerden terug naar Europa met suiker, koffie, katoen en tabak. Ook aan de Rijnkade in Arnhem meerden schepen aan met koloniale producten.
Trans-Atlantische slavenhandel in beeld Hoe grootschalig de trans-Atlantische slavenhandel was, wordt indrukwekkend zichtbaar in deze animatie van de internationale database ‘SlaveVoyages’. In de animatie hierboven zie je de gedocumenteerde routes van 30.709 schepen die tussen 1525 en 1867 mensen over de Atlantische Oceaan vervoerden. De slavenhandel bereikte haar hoogtepunt tussen 1700 en 1860.
Onder Nederlandse vlag In totaal werden naar schatting ruim 12 miljoen mensen tot slaaf gemaakt en op deze manier weggevoerd. Elk stipje op de kaart is een schip. De oranje stipjes geven de schepen onder Nederlandse vlag weer.
Nederlandse scheepvaartbedrijven en de West-Indische Compagnie (WIC) waren verantwoordelijk voor het wegvoeren van ongeveer 500.000 mensen. Dit laat zien dat Nederland een flink aandeel had in dit systeem van onderdrukking en geweld.
Bekijk de volledige animatie en Trans-Atlantic Slave Trade Database.
Schattingen van slaafgemaakten in de Nederlandse koloniën

Uit: Kleurrijke tragiek, De geschiedenis van slavernij in Azië onder de VOC. Matthias van Rossum, Hilversum, 2015